Onderstaande tekst is in eerste instantie gericht aan NWO. De aanleiding tot het schrijven is dat de begrippen 'impact' en 'innovatie', die een centrale rol spelen bij de beoordeling van onderzoeksvragen, door NWO tot op heden vooral gedefinieerd worden in een economische en sociale context. Deze definiëring wordt door de stuurgroep route Kunst beschouwd als te beperkt, en als niet voldoende passend voor het onderzoek in de kunsten. De tekst doet een voorstel voor een herdefiniëring van genoemde begrippen die recht doet aan onderzoek in de kunst.
Tevens is de tekst bedoeld als advies aan de beoordelingscommissies die vanuit NWO aanvragen op het gebied van de kunsten beoordelen. Omdat de tekst mogelijk een bredere relevantie heeft voor het discours over het onderzoek in de kunst dan alleen als advies aan NWO, is hij op deze website gepubliceerd.
OVER IMPACT EN INNOVATIE IN DE KUNSTEN
Advies over de beoordeling van onderzoeksvoorstellen route Kunst NWA.
'Impact' en 'innovatie' zijn twee sleutelbegrippen in het Nederlandse overheidsbeleid wanneer het gaat om het subsidiëren van onderzoek in de kunsten. (De term kunsten wordt hier breed opgevat en omvat alle kunst- en ontwerpdisciplines). Van kunstenaars (alweer in de breedste zin van het woord: theatermaker, filmmakers, musici, choreografen, beeldend kunstenaars, ontwerpers enzovoort) wordt door de politiek en door subsidieverstrekkers gevraagd dat de 'maatschappelijk impact' (ook wel 'maatschappelijke relevantie') en het innovatieve karakter van kunstpraktijken of -projecten concreet worden aangetoond. Voor onderzoeksvoorstellen die worden ingediend via de Nationale Wetenschapsagenda zijn maatschappelijke impact en innovatie zelfs de belangrijkste criteria voor financiering van onderzoek.
In het algemeen worden deze begrippen door de subsidieverstrekkers – in calls en programmabeschrijvingen - op een beperkte manier geduid. Het begrip innovatie is ontleend aan techno-wetenschappelijk ontwikkelingen die lange tijd synoniem waren met maatschappelijke vooruitgang. Innovatie wil in deze context dan ook vooral zeggen: het oplossen van maatschappelijke problemen of vraagstukken (bijvoorbeeld: kunst als bijdrage aan de veiligheid in de openbare ruimte; of kunst die als therapie kan werken, zoals het heilzame effect van muziek op Alzheimer patiënten). 'Impact' is synoniem met de mate waarin voor een bepaald probleem een succesvolle oplossing wordt aangedragen. Dit beperkte perspectief op de rol en de betekenis van de kunsten kan een probleem zijn bij de beoordeling van onderzoeksvoorstellen.
Uiteraard is er op zichzelf niets verkeerd aan onderzoek in de kunsten dat bijdraagt aan de oplossingen van maatschappelijke vraagstukken. Integendeel, er zijn vele van onderzoeksprojecten die met succes maatschappelijke problemen of misstanden aan de orde stellen en er, met behulp van of door middel van de kunsten of kunstpraktijken, nieuwe antwoorden op vinden. Dat is toe te juichen.
Wèl is het mis wanneer de betekenis van kunst en ontwerpen enkel binnen dit kader begrepen wordt. De eis dat kunst een probleemoplossende functie moet hebben is een instrumentalisatie die leidt tot een verschraling van de betekenis van de kunsten, een verschraling die ook effect heeft op de beoordeling van onderzoeksaanvragen waarin kunst een rol speelt. Het kan bij de beoordeling van onderzoeksprojecten leiden tot het hanteren van eenzijdig geformuleerde ‘succesfactoren’, zoals aantoonbaar succesvol cultureel ondernemerschap, professionalisering en concrete ‘deliverables’. Dit doet geen recht aan de waarde van kunst en aan de reikwijdte van haar zeggingskracht.
Het is belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat kunst in de eerste plaats betekenisgeving is. Deze betekenisgeving gebeurt vooral door middel van het uitdrukking geven aan, en het creëren en stimuleren van ervaringen. De ervaringsdimensie van kunst is cruciaal. Het gaat om andere manieren van kijken en luisteren naar, om andere manieren van voelen en ondergaan van, de werkelijkheid. Kunstpraktijken zijn laboratoriumsituaties waar geëxperimenteerd wordt met deze ervaringsdimensie. Nu kunstenaars en ontwerpers ook onderzoek doen binnen de academische context van de universiteit, met name die van geesteswetenschappen, wordt deze praktijk, deze laboratoriumsituatie, binnengebracht in een veld dat van oudsher sterk gedomineerd wordt door theorievorming. De kunstpraktijk introduceert hier een verstrengeling van theorie en praktijk, van doen en denken. Deze verstrengeling werpt nieuwe vragen op, die tot de vorming van nieuwe hypothesen kunnen leiden. Kunstpraktijken kunnen nieuwe vertalingen van bestaande concepten opleveren. Hier is sprake van een ‘innovatie’ die van andere aard is dan het beperkte begrip van innovatie zoals hierboven beschreven.
De kunst, als onderzoek, heeft een intensieve verbinding met het werkveld en daarmee ook direct met de samenleving. Onderzoek in de kunst bevindt zich per definitie op een kruispunt van disciplines: geesteswetenschappen, anthropologie, social science studies, bèta wetenschappen en technische studies. In de kunsten vinden veel van deze uiteenlopende benaderingen een uitdrukking in de vorm van een verhaal dat toegankelijk is voor anderen, in een muziekstuk of dramatische vorm die velen beroert. De kunst kent vele talen en uitdrukkingswijzen die nergens geëvenaard worden en creëert steeds nieuwe talen. De behoefte om iets tot uitdrukking te brengen is wezenlijk. De kunsten zijn bij uitstek bij machte om ervaringen betekenisvol te maken, en hier steeds nieuwe vormen voor te ontwikkelen.
Hebben de kunsten maatschappelijke impact, kan kunst(-en onderzoek) innovatief zijn? Vanzelfsprekend. Aangezien de kunst zich altijd afspeelt in de openbaarheid betekent dit vanzelf dat ze maatschappelijke impact bezit: mensen gaan naar concerten en tentoonstellingen, poëziebundels worden gepubliceerd. ‘Impact’ en ‘innovatie’ gelden dan ook niet in de laatste plaats de kunst zèlf. Bij de beoordeling van onderzoeksvoorstellen in de kunsten is de vraag niet alleen: wat betekent kunst voor onze gezondheid, voor onze veiligheid, voor de markt (en ja, een kunstwerk kan dit alles betekenen), maar evenzeer: wat betekent een kunstproject of een onderzoeksproject voor de kunsten? Wat is de artistieke urgentie ervan? Teruggaande naar de beroemde kunstopvattingen van Kant: kunst is geen instrument om een doel te bereiken maar heeft intrinsieke waarden die op zichzelf staan en op die manier iets voor ons betekenen. In kunstwerken worden de grenzen van de bestaande noties van wat kunst is, van de kunst zelf, verkend en opgerekt. Hierin ligt het belang van de kunst. Het gaat om het scheppen van nieuwe representaties, van nieuwe talen, van esthetische ervaringen, om het doordringen achter verschijningsvormen. Het gaat om het kritisch kijken naar algemene aannames, om de zoektocht naar diepere inzichten, door middel van een praktijk van exploreren en experimenten, van een interactie met materiële en immateriële. In de kunsten is deze exploratie vaak speels en intuïtief. In de kunst betekent ‘innovatie’ dan ook vaak methodologische innovatie. Onderzoek in de kunst kan speculatief van karakter zijn en fundamenteel van aard.
Het is daarom van belang dat bij de beoordeling van onderzoeksaanvragen in de kunsten de begrippen impact en innovatie op een niet-beperkende, maar open manier worden ingezet, zodanig dat niet uitsluitend oog is voor de mogelijke maatschappelijke oplossingsgerichtheid van onderzoeksvoorstellen, maar ook voor de aard van de kunst zelf en de bijdrage aan een kunstdiscours. Dan kunnen deze begrippen het belang van kunst en onderzoek op een vruchtbare en juiste wijze onderstrepen.
Namens de stuurgroep NWA route Kunst,
Janneke Wesseling, voorzitter
Amsterdam, juni 2020